Stedelijke Muziekvereniging Harlingen is trots op haar rijke geschiedenis sinds de oprichting in 1876. Maar ergens is 'de Stedelijke' een puzzelstuk in de geschiedschrijving kwijtgeraakt. Het gaat om een schilderij uit 1896. We zoeken daarom uw hulp, alle aanwijzingen zijn welkom. Helpt u mee?
We duiken eerst even in de tijdlijn die nodig is, om de zoektocht naar dit schilderij te begrijpen.
1876 oprichting
In 1876 is het "Stedelijk Muziekcorps Harlingen" opgericht door Martinus Schuil. Een foto van die oprichting treffen we 60 jaar later aan in het Leeuwarder Nieuwsblad. Bij het 20-jarig jubileum biedt een van de leden, Sjierk van der Weide, aan de vereniging een schilderij aan, in 1896 dus. Martinus Schuil neemt het in ontvangst. Dit is schijnbaar zo bijzonder, dat het schilderij ook in een artikel in het Leeuwarder Nieuwsblad uit 1936 genoemd wordt. Dat artikel verscheen ter gelegenheid van het 60 jarig jubileum. Het hele artikel vindt u onderaan. Dit is het stukje over het zoekgeraakte schilderij:
"Het 20-jarige bestaan werd in 1896 luisterrijk gevierd in de Buitensociëteit, ter gelegenheid waarvan door het lid wijlen de schilder Sjierk van der Weide een fraai allegorisch schilderij werd ontworpen en het corps aangeboden, hetwelk nog in het repetitie-lokaal prijkt. "
De reis van het schilderij
Van Martinus Schuil is bekend dat hij tot zijn dood in 1899 in Harlingen gewoond heeft, al heeft hij zijn laatste paar dagen in Drachten doorgebracht.
Op een dag gaat het schilderij schijnbaar naar Haarlem, waar het in 1922 opgehaald wordt bij een terugschenking door de weduwe Martha Schuil- van der Meulen. Van het "teruggeven" van het schilderij, getuigt een handgeschreven verklaring in het archief van de Stedelijke Muziekvereniging. Daarin lezen we dat de weduwe het teruggeeft aan dezelfde die het destijds aan haar man overhandigde, Jan van der Weide Bzn. En dat deze Jan het in 1922 prompt doorgeeft met de “wensch, dat ze nog vele jaren in het repetitie-lokaal moge getuigen van het voortbestaan en den bloei van dit korps.”
Deze Jan van der Weide Bzn. is degene die het ‘allegorische’ schilderij van Sjierk van der Weide in Haarlem ophaalt en die ook de prachtige verklaring optekent. Jan wordt ook in het krantenartikel uit 1936 genoemd.
Welk Repetitie-lokaal?
De nu bijna 150 jaar bestaande Muziekvereniging repeteert anno nu in ‘de oude klimschool’ aan de Hoogstraat, een pand dat in het bezit van de vereniging is. Het zal u niet verbazen dat het repetitie-lokaal in die bijna 150 jaar op meerdere locaties is geweest.
We weten van repetities en optredens in de Buitensociëteit, hier in de verte te zien op een tekening van Willem van Vliet, collectie gemeentemuseum het Hannemahuis. Op de plek van de Buitensociëteit is later de Julianaschool gebouwd.
En wat was er in William Boothstraat? Daar is een gevelsteen te zien van de Stedelijke.
Er werd ook een tijd gerepeteerd in het oude melkontvangstlokaal.
Welk repetitielokaal was er toen het schilderij werd aangeboden in 1896? We willen graag weten waar het schilderij nu is, en ook waar het gehangen heeft. Want misschien heeft iemand er wel een foto van gemaakt? Ieder die meer weet over repetitie-lokalen, mag het zeggen.
Bronnen
We hebben de handgeschreven tekst en het krantenartikel uit 1936. Andere bronnen die we hebben zijn een Wikipedia-pagina over Martinus Schuil en de tekening van Willem van der Vliet. Ook is er bij het 75-jarig jubileum van ‘de muziek’ een jubileumkrant uitgegeven.
Schilderij
Uit de bronnen blijkt dat het een bijzonder schilderij moet zijn en we willen er graag meer over weten. Wie kan ons helpen? We hebben heel veel vragen! Over het schilderij zelf en over de mensen die in verband met het schilderij genoemd worden.
- *Hoe ziet het schilderij eruit?
- *Wie kan een lichtje schijnen op de schilder Sjierk Van der Weide?
- *waren Sjierk en Jan van der Weide Bzn. familie? Wat betekent Bzn.?
- *Waar heeft u het schilderij zien hangen?
- *Wie heeft er een foto van of herinnering aan?
- *Bestaat het schilderij nog?
Ook alle andere documenten, foto’s of krantenartikelen die u wellicht nog heeft over het schilderij of over de muziekvereniging zijn welkom op secretariaatsmh@hotmail.com U krijgt allen antwoord!
- De muziekvereniging bestaat bijna 150 jaar, houdt u alvast 11 en 18 april 2026 vrij in uw agenda? Volg ons voor meer informatie.
- Wilt u weer opnieuw beginnen met muziek? Kom eens proefspelen, vanaf 25 augustus 2025 weer elke maandagavond repetitie aan de Hoogstraat.
- Loopt u eens door de William Boothstraat, kijk dan eens of u ' de Stedelijke' gevelsteen kunt vinden.
- Scroll naar benden voor afbeeldingen
Transcriptie van Leeuwarder Nieuwsblad 6 juli 1936 nr. 8454 Tweede blad
Het Stedelijk Muziekkorps te Harlingen
viering van het 60-jarig bestaan.
Harlingen, 3 juli.
Er zijn weinig instellingen in kleine plaatsen, vooral op het gebied van kunst, welke mogen bogen op een langdurig bestaan; ja zelfs met zekere trots op haar ouderdom kunnen wijzen. Onder die instellingen, welke lang bestaan, neemt het Harlinger Stedelijk Muziekcorps wel een voornaam plaats in. Immers, door geslachten gekend, door de mutatie der vele leden, die het corps meerdere of mindere jaren hebben gediend, heeft het zich door zijn muzikale opluistering van al wat de burgerij tot vreugde en opgewektheid strekte zich zodanig in het volksleven onze stad ingeburgerd, dat men altijd spreekt van “ons muziek“ als dit corps wordt bedoeld.
Foto
Onderschrift: De directeur-oprichter van het stedelijk muziekcorps Harlingen wijlen Martinus Schuil.
Werden de diensten van het corps vroeger véél meer gevraagd dan tegenwoordig, toch is en blijft het corps voor onze stad een waardevol bezit. Vóór de oprichting van dit corps moet te Harlingen een z.g. “schutterij muziekcorps” hebben bestaan onder den kapelmeester wijlen Van der Dussen, waarvan alleen de herinnering nog over is.
De oprichting.
In 1876 werd het stedelijk orkest te Harlingen opgericht door wijlen den muziekleeraar-componist Martinus Schuil. Deze werd in 1842 te Harlingen geboren, waar zijn vader organist was en van wie hij het eerste onderricht kreeg. Later voltooide hij zijn studies te Brussel voor zijn hoofdinstrument, viool en klavier en theorie en werkt hij mee als korist in kerkkoren en speelde hij als violist mede in het orkest ter Brusselsche Opera. Daarna keerde hij naar zijn vaderland terug en werd benoemd tot organist, stedelijk muziek-directeur en kapelmeester ter schutterij-muziek te Franeker en directeur van zangvereenigingen. In 1875 werd hij benoemd tot organist en Stedelijk-muziek-directeur te Harlingen, waar hij het Stedelijk muziekcorps oprichtte en de meer dan 50 jaar bestaan hebbende gemengde zangvereeniging “Euterpe”, welke beide instellingen door hem tot grootse bloei zijn gebracht.
Zijn composities, o.a. “Nederlands bodem“ en zijn operetten “Franchemont de Marskramer“ en vooral “De Woudkoningin“ zijn overbekend. Na het overlijden van de heer Schuil in 1899 werd het dirigentschap eenige tijd waargenomen door den onder-kapelmeester wijlen den heer A. van Mossel, waarna door den gemeenteraad de heer Jac. F. van Zutphen (thans te Wageningen) tot directeur werd benoemd. Deze en zijn latere opvolger, wijlen de heer M. van Bonzel, wisten de prestaties van de corps op hoog peil te brengen en de tegenwoordige directeur, de heer Joh. Spékle, sedert 1920 directeur, vermocht ondanks de vele mutaties in het corps, dit op te voeren tot het in staat bleek te zijn op verschillende concoursen in de klasse “Uitnemendheid” uit te komen en in ’32 zelfs in de Eere-afdeling. Er prijken dan ook vele eeretekenen aan het fraaie vaandel. Natuurlijk zijn het corps de ups en downs niet gespaard gebleven. Bij de opmerkelijke verwisseling van bevolking in Harlingen was het corps nu eens 32 dan weer een 20-tal leden sterk tengevolge waarvan dikwijls met de bezetting geschipperd moest worden.
Werd het corps tot voor enige jaren geleden, als Stedelijk corps door de gemeente subsidieerd, de directeur door de gemeenteraad benoemd en door de raad een “Commissie van toezicht“ daarop ingesteld, thans is sedert eenige jaren het corps een zware slag toegebracht, doordat door de heerschende crisis
de subsidie werd ingetrokken
en daarna het korps op eigen benen kwam te staan. Een “Vereeniging tot instandhouding van het Sted. Muziekcorps” werd opgericht en bij wijze van compensatie werd het corps in het bezit van zijn instrumenten en uniformen gelaten.
Zooals op de eerste foto van de oprichting is te zien, heeft het uniform nogal eenige verandering ondergaan. Droeg men eertijds een soort groom-uniform, afgezet met tressen en schitterend rood laken met kepi, halssnoeren, verzilverende knoopen, thans is een meer modern uniform met Duitsche pet in gebruik.
Tijdens het bestaan van de schutterij kwam het corps veel meer “onder de menschen“ dan thans. Om de 14 dagen werd met de schutterij uitgerukt en dan klonken bij de uittocht en de terugkomst bij avond de vroolijke marschen door de straten omstuwd door een goed deel van de stadsbevolking.(De schutterij werd in 1907 opgeheven). In de tuin van de voormalige “Buitensociëteit“ werden in de zomermaanden geregeld concerten en matinées gegeven; voeg daarbij de opluistering van álle feesten, schoolfeesten en uitvoeringen van plaatselijke vereenigingen, hardrijderijen en zeilpartijen, dan ging er bijna geen week om in het zomerseizoen of men zag de muziek uitrukken.
Minstens eenmaal per week werd en wordt nog repetitie gehouden, zodat het vrijwillige lidmaatschap nogal eenige verplichting aan de leden oplegt. Daartegenover staat het genot van de kennis en de uiting van de muzikale gaven der leden. Want men moet al beslist muzikaal zijn aangelegd zal men de moeilijkheden van de eerste leerjaren overwinnen. Dat die liefhebberij bestaat, bewijst wel het feit, dat sommige leden het corps meer dan 30 jaar een andere 25 en 20 jaar hebben gediend. Het was een is een stuk “leven“ van hen geworden. Dat de burgerij al deze omstandigheden weet te waarderen, blijkt uit het feit van de oprichting van de vereniging “tot in standhouding“ – hoewel deze ook te druk der tijden moet ondervinden.
Van de leden-oprichters zijn nog twee in leven, n.l. de heren Harmen Poort, thans te Amsterdam, en onze plaatsgenoot de heer Hendrik C. Keijzer, Boeb. Toussaintstraat 23 Op de foto resp. de laatste rechts en de derde van de achterste rij.
Het 20-jarige bestaan werd in 1896 luisterrijk gevierd in de Buitensociëteit, ter gelegenheid waarvan door het lid wijlen de schilder Sjierk van der Weide een fraai allegorisch schilderij werd ontworpen en het corps aangeboden, hetwelk nog in het repetitie-lokaal prijkt.
Ook het 25- en 50-jarig bestaan werd feestelijk herdacht. Van het 20- en 25-jarig bestaan kunnen nu nog getuigen de oud-leden de heeren J. van der Weide Bzn. , J. Nielsen, R. Buma en O. Veldstra, die destijds de feestelijkheden mede organiseerden.
Onder de tegenwoordige reden hebben de heren J. Ferwerda (onder-kapelmeester), P. Mooiman, K. Kueter, K. Hoekstra, A. Ferwerda en A. Visser 35 tot 25 dienstjaren; wel een bewijs van grootse ambitie voor het corps.
Hoogtepunten van het corps waren behalve de genoemde onderscheidingen op de concoursen van de Friesche Bond, de indertijd gehouden festivals van Friesche Sted. Muziekkorpsen in de Buitensociëteit alhier (95 executanten), tochten naar buiten: Franeker, Bolsward, Leeuwarden, Heerenveen en de eilanden, waardoor het corps in de provincie vooral om zijn marschmuziek een goede naam kreeg. Het is voor den ijverigen directeur, de tegenwoordige 25 leden, maar niet minder voor de ingezetenen van Harlingen hartelijk te hopen, dat het corps de ongunst der tijden te boven moge komen opdat deze oude en geliefde instelling voor de Harlingers tot in lengte van dagen bewaard moge blijven. Hedenavond zal het 60-jarig jubileum feestelijk worden herdacht met medewerking van het Sted. Muziekcorps “Harmonie” van Franeker, het fanfarecorps “Aurora” van St. Jac. Par., het fanfarecorps “O.K.K.” van Kimswerd en de Chr. muziekvereniging “Advendo” van Franeker. Na een optocht door de stad zal een concert worden gegeven op het kaatsterrein, balchampêtre en na afloop zal een vuurwerk worden ontstoken.
Einde transcriptie.
"
Andere bronnen:
Buitensociëteit


![Stadsgracht met Buitensocieteit Harlingen, circa 1880 Willem van der Vliet, collectie gemeentemuseum het Hannemahuis.[https://www.museum.frl/collectie/objecten/100010830/]](/media/selbxj3x/000411_01.jpg)
Stadsgracht met Buitensocieteit Harlingen, circa 1880 Willem van der Vliet, collectie gemeentemuseum het Hannemahuis.[https://www.museum.frl/collectie/objecten/100010830/]
